24 november 2020

Een nieuwe 'wegwijzer', cursus ‘Het opstellen van toelichtingen bij wet- en regelgeving’ voor beginnende wetgevingsjuristen

Bram Rijpkema, coördinerend wetgevingsadviseur bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid, geeft een nieuwe cursus ‘Het opstellen van toelichtingen bij wet- en regelgeving’ bij de academies. Wij stelden hem een aantal vragen hierover.

1. Hoe heeft u geleerd hoe u het best toelichtingen bij wet- en regelgeving kunt opstellen?

Zelf heb ik geleerd om toelichtingen te schrijven door het gewoon veel te doen. Ik ben als wetgevingsjurist begonnen bij het ministerie van SZW. Dat is een heel mooi departement om het wetgevingswerk in alle finesses te leren, ook het opstellen van toelichtingen. Toelichtingen schrijven doe je niet alleen, het is een coproductie van wetgeving en beleid. Je overlegt met elkaar en geeft feedback op elkaars teksten. De concepten worden ook steeds beter in een traject. Het helpt ook om gericht op zoek te gaan naar goede voorbeelden van het type toelichting dat je schrijft. En die zijn via overheid.nl goed toegankelijk.

Inmiddels werk ik bij het ministerie van JenV waar ik me bezig houd met rijksbrede wetgevingstoetsing en wetgevingsbeleid. Ook vanuit die rol zie ik veel toelichtingen en werk ik mee aan allerlei instrumenten om een goede toelichting te kunnen schrijven, zoals de Schrijfwijzer memorie van toelichting, de Aanwijzingen voor de regelgeving en het IAK.

2. Waarom vindt u het belangrijk dat de Academie deze cursus aan het programma heeft toegevoegd?

Ik denk dat deze cursus een handige wegwijzer is voor met name beginnende wetgevingsjuristen en beleidsmedewerkers die toelichtingen moeten opstellen. Zo’n gerichte cursus was er helaas nog niet toen ik begon. In de cursus komt onder meer aan de orde welke doelen toelichtingen hebben, welke soorten toelichtingen er bestaan en welke hulpmiddelen je kunt gebruiken. Ook geef ik praktische tips over hoe je het opstellen concreet kunt aanpakken, hoe je het werk verdeelt en waar je op kunt letten voor de toetsing en advisering, de interdepartementale afstemming richting de ministerraad en – als het om gaat om wetsvoorstellen – de parlementaire behandeling. We gaan ook in op actuele ontwikkelingen, zoals de trend om nieuwe paragrafen toe te voegen aan de toelichting.

3. U heeft de cursus onder meer in de Zij-instromersopleiding tot Wetgevingsjurist al een keer online verzorgd. Hoe heeft u het online lesgeven ervaren?

Ik had geen ervaring met online lesgeven en zag er een beetje tegen op. Gelukkig werd alles uitstekend ondersteund door de Academie. Er is voor een groep docenten een training georganiseerd (covid-proof aan de Lange Voorhout). Daar kregen we ook tips hoe we het online het best konden aanpakken en konden we met elkaar oefenen. Heel leerzaam. Ik heb ook een proefsessie gedaan om de techniek te testen.

Bij de opzet van een online cursus moet je er rekening mee houden dat het meer vraagt van de concentratie van de deelnemers. En je mist natuurlijk het directe contact en veel van de lichaamstaal. Toch bleek het ook goed mogelijk om een leuke interactie te krijgen met de groep, bijvoorbeeld over vragen uit eigen dossiers. Digitaal blijkt ook weer zijn eigen voordelen te hebben, je kunt bijvoorbeeld gemakkelijk je scherm delen en praktische punten live demonstreren. Kortom, ondanks de beperkingen is het zeker voor herhaling vatbaar.

Meer informatie over de cursus leest u in het cursusoverzicht

Delen