In Nederland streven we na dat iedereen mee kan doen. Dit heeft betrekking tot alle facetten in de samenleving, bijvoorbeeld toegang tot de arbeidsmarkt, onderwijs, woningen en zorg. Tegelijkertijd hebben we te maken met een hoge mate van diversiteit onder de Nederlandse bevolking. Bijna 1 op de 8 mensen die in Nederland verblijven heeft een beperking. Zij ervaren drempels wanneer het aankomt op gelijke deelname in de samenleving.

Sinds 2016 is het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (het VN-verdrag handicap) van kracht in Nederland. In dit verdrag staan rechten en plichten opgenomen rondom het bevorderen, beschermen en waarborgen van de mensenrechten van mensen met een beperking. Non-discriminatie is een van de grondbeginselen van het VN-verdrag handicap (artikel 3 sub b). Mensen met een beperking hebben dezelfde rechten als ieder ander die zij volledige en zonder discriminatie moeten kunnen uitoefenen. De Wet gelijke behandeling op grond van handicap en chronische ziekte (WGBH/CZ) geeft hier invulling aan.

Deel 1: VN-verdrag handicap
Tijdens deze lezing staat de reikwijdte en betekenis van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap centraal. We bespreken voor wie het verdrag bedoeld is en welke uitgangspunten voortkomen uit het mensenrechtenmodel. Ook behandelen we de grondbeginselen van het verdrag, zoals gelijkheid, non-discriminatie, zelfbeschikking en toegang tot fysieke omgevingen, informatie en communicatie.

Een belangrijk onderdeel van de lezing richt zich op de rol van de wetgevingsjurist bij de implementatie van het verdrag in nationale wet- en regelgeving. We staan stil bij hoe wetgevingsjuristen kunnen bijdragen aan dit proces aan de hand van de Handreiking Wetgeving en het VN-verdrag handicap van het College voor de Rechten van de Mens. Ook bespreken we de verplichting om personen met een beperking actief te betrekken bij de totstandkoming en evaluatie van wetgeving.

Deel 2: non-discriminatie
In de Handreiking Wetgeving en het VN-verdrag handicap staat het grondbeginsel van non-discriminatie centraal. Aan de hand van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ) laten we zien waar wetgevingsjuristen rekening mee moeten houden om te voorkomen dat wetgeving onderscheid maakt op grond van handicap of chronische ziekte.

Op 25 november a.s. nemen Else Kolkman en Anne-Rose Stolk van het College voor de Rechten van de Mens je mee in de basis van het VN-verdrag handicap en de WGBH/CZ. Er kunnen maximaal 50 personen deelnemen, wacht dus niet te lang met inschrijven!

Datum: dinsdag 25 november 2025
Tijdstip: inloop vanaf 15:15 uur, lezing van 15:30 uur tot 17:00 uur
Locatie: Academie voor Wetgeving en Academie voor Overheidsjuristen, Lange Voorhout 62 te Den Haag
Doelgroep: overheidsjuristen en wetgevingsjuristen
PWO-punten: 1

Lukt het niet om in te schrijven omdat je geen zakelijke gegevens kunt invullen? Neem dan contact met ons op via academie@acwet.nl.