Actualiteit: Onderzoek naar de treinkaping bij De Punt

« terug naar overzicht

Datum
19 maart 2015

 “De intensiteit van het geweld waarmee de gijzeling bij De Punt op 11 juni 1977 tot een einde is gebracht, is uitzonderlijk in het naoorlogse Nederland. Het is begrijpelijk dat dit met name op de direct betrokkenen een onuitwisbare indruk heeft gemaakt en dat er 37 jaar na dato nog vragen worden gesteld over dat optreden.”

Naar aanleiding van vragen vanuit de Vaste Commissie voor Defensie van de Tweede Kamer stelde het kabinet een ambtelijke werkgroep in om onderzoek te doen naar de treinkaping bij De Punt. Het rapport van de werkgroep, waaruit het bovenstaande citaat afkomstig is,  is aangeboden aan de Kamers bij brief van 19 november 2014 (Kamerstukken II 2014/15, 34 000 VI, nr. 19). Het schetst een samenhangend beeld van de gebeurtenissen bij de beëindiging van de gijzelingen in de trein en die in de school te Bovensmilde en van de context waarin deze moeten worden geplaatst.

De voorzitter van deze werkgroep, mr.dr. Jan Tom Bos (oud-directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Veiligheid en Justitie) heeft op 17 februari 2015 tijdens een actualiteitenbijeenkomst het onderzoek besproken. De heer Bos heeft de aanwezigen meegenomen naar 1977, vertelde over de totstandkoming en de inhoud van het rapport en over de lessons learned. De belangstelling voor deze actualiteitensessie was zo groot, dat op 19 maart een tweede bijeenkomst heeft plaatsgevonden.  Het is bijzonder dat een gebeurtenis van bijna 40 jaar geleden nog zo in de belangstelling staat.

Dhr. Bos schetste de historische context en vertoonde een filmpje om de bestorming van de trein inzichtelijk te maken. Hij liet zien dat het rapport niet alleen de feiten weergeeft, maar ook de omstandigheden en de politieke afwegingen. Het rapport is zeer uitgebreid en gaat ook in op de aan de gijzelingen voorafgaande periode. Aan de gebeurtenissen bij de Punt waren namelijk al een aantal nationale en internationale terroristische aanslagen vooraf gegaan, veelal met dodelijke slachtoffers. Dat er tegelijk met de treinkaping ook een gijzeling plaatsvond in een basisschool en dat bij een eerdere kaping een passagier voor iedereen zichtbaar was doodgeschoten en de trein uitgegooid, voerde de druk op de regering alleen maar op.

De bedoeling van de bijeenkomst was om inzicht te geven in het doen van dit soort onderzoek, waar niet alleen historische juistheid, maar ook juridische en politieke vragen en afwegingen een rol spelen. Het gevaar bestaat namelijk dat men acties, waarbij de overheid geweld gebruikt, met kennis achteraf beoordeelt. Toen indertijd beslist moest worden over eventueel geweldgebruik, stond men onder hoge druk om iets te doen, terwijl onbekend was hoe het zou aflopen. Toch is ook hier gebleken dat burgers dat wat uiteindelijk juridisch correct of goed verdedigbaar is, als zeer onrechtvaardig kunnen beschouwen.

 

De actualiteitenbijeenkomst werd verzorgd door de Academie voor Overheidsjuristen en de Academie voor Wetgeving, het Kenniscentrum Wetgeving en Juridische Zaken en de vereniging JuristenRijk.

Verslag door mr. Tineke Witberg, programmamanager