65 jaar Statuut voor het Koninkrijk: pensioen of nieuw leven?

« terug naar overzicht

Datum
19 september 2019

Verslag lezing 19 september 2019

Ergens dit voorjaar lanceerde NRC Handelsblad een podcast over de Koninkrijksrelaties, met als titel: ‘gezeik in het Koninkrijk’. De titel zou ik zelf niet hebben gekozen maar het weerspiegelt wel de sfeer die hier in Nederland vaak rond het thema hangt: een sfeer van “kan het nou eindelijk ‘s afgelopen zijn?!” Een onnodige sfeer die, onder andere, het gevolg is van onvoldoende historisch besef en van te weinig pogingen om wat te doen aan dat gebrek aan historisch besef.

Zo begint Paul Comenencia, staatsraad van het Koninkrijk, de boeiende en goed bezochte lezing die hij op donderdag 19 september 2019 bij de Academies heeft gegeven.

Een korte les Caribische geschiedenis volgt. Een citaat uit de toespraak die voormalig vicepresident van de Raad van State, Piet-Hein Donner, tijdens de jaarvergadering van het Genootschap Nederland Aruba in 2016 hield wordt aangehaald: ‘Nederland en de Antillen zijn door de loop van de geschiedenis met elkaar verbonden. Het had ook anders kunnen lopen. Maar zo is het niet gegaan’. Vervolgens neemt Comenencia in drie kwartier de belangrijkste artikelen van en ervaringen met het Statuut voor het Koninkrijk door. Daarbij gaat hij vooral in op enkele, volgens hem onderbenutte, instrumenten. Hij benadrukt regelmatig dat het niet vanzelf gaat. ‘Als je er bij wilt horen, moet je er iets voor doen’.

Comenencia sluit zijn lezing af met de gedachte dat anno 2019 samen optrekken de beste dienst is die partners in het Koninkrijk de inwoners van hun landen kunnen bewijzen. De keuze is tussen steeds vaker meedoen aan een grensoverschrijdende rechtsorde en daarop (bescheiden) invloed uitoefenen of autonomie bewaken en steeds vaker overgeleverd zijn aan wat andere, meer invloedrijke staten eenzijdig beslissen.

Na de lezing volgt een levendige discussie waarbij o.a. van gedachten wordt gewisseld over de vraag of de concordantie van artikel 39 losgelaten zou moeten worden, hoe Nederland kan bijdragen aan onder meer het verbeteren van het gebrek aan wetgevingscapaciteit op de eilanden, wat gedaan kan worden aan kruisbestuiving, of het niet eens tijd wordt voor een Antilliaanse visie op het Statuut en het gemis in de universitaire studie van specifieke fiscale vakken gericht op de BES-eilanden.   

Omdat er in de ogen van Comenencia (te) weinig nieuwsgierigheid is naar wat de 62 artikelen aan mogelijkheden bieden, geeft hij ter afsluiting nog een tip aan de aanwezigen: lees het Statuut. Daarom hierbij de link: Het Statuut