Geen kosten
Elke wetgevingsjurist en overheidsjurist heeft met het bestuurlijk organisatierecht te maken. Te denken valt aan vragen als: Wat is een agentschap? Wat zijn de ’do’s and don’ts’ bij mandaatverlening? Wat is precies een zelfstandig bestuursorgaan (zbo) en in welke rechtsvorm komt die voor? Wat betekent verzelfstandiging voor de ministeriële verantwoordelijkheid? En hoe ver reikt stelselverantwoordelijkheid?
Naast de technisch-juridische vragen van het bestuurlijk organisatierecht komen in deze cursus de daarachter liggende juridische waarden aan de orde. De kernvraag is en blijft immers welke taken bij de overheid horen te liggen en welke op afstand kunnen worden geplaatst en waarom. In dat kader wordt uitgebreid stilgestaan bij het vigerende kabinetsbeleid ten aanzien van agentschappen en zbo’s en de wijze waarop de Afdeling advisering van de Raad van State kijkt naar wetsontwerpen die voorzien in enigerlei vorm van verzelfstandiging.
In de cursus bestaat volop gelegenheid voor het stellen van vragen en discussie. Cursisten kunnen ook zelf casusposities inbrengen.
Oud-deelnemer aan het woordNa afloop van deze cursus beschik je over een actueel inzicht in de normatieve uitgangspunten van en de ontwikkelingen in het bestuurlijk organisatierecht, weet je welke juridische vormen van overheidsorganisaties bestaan en van iedere vorm wat daarvan de juridische positie is, heb je kennis van het actuele kabinetsbeleid inzake het gebruik van deconcentratie, verzelfstandiging, zbo’s en overheidsrechtspersonen en kun je deze kennis en inzichten effectief toepassen bij het voorbereiden van wetgeving, en het adviseren/rapporteren aan collega’s.
'Deskundige docent met goede praktijkvoorbeelden.'
'Zeer to the point!'
'Zeer boeiende cursus die bovendien erg plezierig werd gegeven.'
'De cursus gaf een mooie en goede inkijk in het organisatierecht.'
Hoogleraar Staats-en Bestuursrecht
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid